Brief aan Bodewijn van Walter Van Den Broeck
Korte inhoud
In harde, onthullende maar bovenal tedere woorden schrijft Walter van den Broeck in 'Brief aan Boudewijn' hoe het ervoor staat met België. Van den Broeck leidt de Belgische vorst door de cité, de arbeiderswijk van Olen. Zonder enige terughoudendheid, en door hem rechtstreeks aan te spreken, vertelt Van den Broeck de koning alles wat hij wil vertellen, en werpt zich aldus op als de tolk van de Belgen.
Verwerkingsopdracht I – Brief aan De Wever
Voor dit boek lijkt het me leuk om de leerlingen zelf eens een brief te laten schrijven over hoe hun buurt veranderd is tegenover enkele jaren geleden. Ik heb stage gedaan op Piustien, een school te midden van een grootstad vol culturele verschillen. Tegenwoordig is er enorm veel te doen over onderwerpen als racisme, sociale media, werklast op school, individualisering … Het lijkt me interessant om de leerlingen eens te laten uitleggen aan de koning, of aan de burgemeester van Antwerpen, Bart De Wever, hoe zij dit ervaren.
Hiermee wil ik absoluut niet aanzetten tot bewustwording van het politiek beleid van Bart De Wever, het gaat over het straatbeeld in Antwerpen en absoluut niet over de politiek die er wordt gevoerd.
Brief aan De Wever
Geachte heer De Wever
Ik woon al 22 jaar in Hoboken en daar woon ik al 22 jaar erg graag. Puur statistisch gezien is Hoboken het groenste district van Antwerpen. Toch zijn er mensen, meestal senioren, hier in Hoboken die Hoboken het bruinste district van Antwerpen noemen omwille van de grote hoeveelheid allochtonen die er woont. Dit is iets waar ik absoluut niet tegen kan, en ik zal u ook vertellen waarom. Ik probeer er een gewoonte van te maken om de mensen op straat te begroeten. Dat hoeft niet veel voor te stellen, een glimlach of een knikgebaar werkt al snel veel voldoening op bij voorbijgangers in mijn straat. Ik merk tegenwoordig een verschil tegenover vroeger. Vroeger zag ik dat iedereen een glimlach teruggaf.
Tegenwoordig zijn het de blanke senioren die een verzuurde indruk achterlaten. Terwijl ik de Marokaanse medemens die niet de moeite kan opbrengen om zijn mondhoeken naar omhoog te tillen op één hand kan tellen, kom ik handen te kort voor de blanke mens die dat wel kan. Dan hoor je citaten als ‘Als ze hier willen wonen, moeten ze maar Nederlands leren.’ of ‘Natuurlijk vindt ze geen werk, ze is niet bereid haar hoofddoek af te nemen.’. Ik ben eerder van de mening dat je iemand het gevoel moet geven dat hij welkom is, alvorens je kan verwachten dat hij of zij zich volledig aanpast. Lach dus naar elkaar, wees vriendelijk tegen elkaar en help elkaar waar mogelijk en we komen samen een heel eind verder. Dat gevoel van samenhorigheid is iets dat ik mis tegenwoordig in de buurt waarin ik leef. Ik verschoot er een jaar geleden dan ook niet van toen ik hoorde dat er een bejaarde vrouw al twee maanden dood in haar woonkamer lag. De mensen spreken niet meer tegen elkaar. Iedereen zal zijn best moeten doen als we van een dergelijk systeem af willen. Misschien ben ik te optimistisch en geloof ik in een Utopia, maar dit soort zaken deed zich tien jaar geleden niet voor in Hoboken.
Opdrachtevaluatie
Vanuit mijn eigen ervaring
Ik vind het persoonlijk erg interessant om even stil te staan bij hoe je eigen omgeving kan veranderen doorheen je leven.
Vanuit didactisch perspectief.
Het is belangrijk dat leerlingen zich bewust worden van veranderingen in racisme, in sociale verdeeldheid … Ik zou deze opdracht wel doen in het 3de – 4de jaar secundair onderwijs omdat ze toch echt al een eigen mening moeten kunnen formuleren over iets dat een tijd terug gaat.